Hoe gezond zijn vegetarische vleesvervangers? En passen die in een koolhydraatarme leefstijl?
27 juni 2024Wist je dat?
Het FODMaP-dieet is een samenstelling van vezels die staan voor Fermenteerbare, Oligosachariden (fructanen & galactanen), Disachariden (lactose), Monosachariden (fructose) en Polyolen (mannitol en sorbitol). FODMaP’s zijn kleine moleculen van korte keten koolhydraten die worden afgebroken door enzymen en bacteriën in de dunne en dikke darm. Fructanen zijn de enige in het FODMaP-dieet die nog een groep zijn, dat wil zeggen meerdere soorten fructanen. Maar als fructanen nog een groep is, waaruit bestaat deze dan? Hoe is die verdeeld in voedingsproducten en hoe wordt dit dan beoordeeld? Tijd voor wat verdieping
Wat zijn fructanen?
Een fructaan is een soort koolhydraat dat bestaat uit ketens van fructosemoleculen. Deze ketens kunnen in lengte variëren en hebben doorgaans aan één uiteinde een glucosemolecuul. Fructanen komen in veel planten voor en dienen als opslagvorm van energie, vergelijkbaar met zetmeel in andere planten. Veel voorkomende bronnen van fructanen zijn onder meer:
- Tarwe
- Uien
- Knoflook
- Artisjokken
- Asperges
Fructanen worden niet verteerd in de dunne darm van de mens. In plaats daarvan komen ze in de dikke darm terecht, waar ze door darmbacteriën kunnen worden gefermenteerd. Voor sommige personen, vooral degenen met het Prikkelbare Darm Syndroom (PDS) of een fructose-intolerantie, kunnen fructanen klachten veroorzaken zoals een opgeblazen gevoel, gasvorming en ongemak. In tegenstelling tot andere soorten FODMaP’s (waaronder sorbitol, mannitol, fructose en lactose), die elk één specifiek molecuul zijn, zijn fructanen eigenlijk een familie van moleculen die in grootte en structuur kunnen variëren.
Er zijn verschillende soorten fructanen en dat heeft te maken met de lengte en de koppeling van het molecuul.
1. Ketenlengte (mate van polymerisatie)
- Fructanen met een korte keten: Deze worden fructo-oligosachariden (FOS) genoemd en bestaan uit een klein aantal fructose-eenheden, doorgaans 2 tot 9. Ze worden sneller gefermenteerd door darmbacteriën
- Fructanen met lange keten: bekend als inuline, deze hebben langere ketens van fructosemoleculen, met 10 of meer fructose-eenheden, zoals inuline. Ze fermenteren langzamer en kunnen dieper in de dikke darm doordringen voordat ze worden afgebroken [1,2]
2. Type koppeling
- Lineaire fructanen: De fructosemoleculen zijn verbonden in een eenvoudige keten. Inuline bestaat bijvoorbeeld uit fructosemoleculen die zijn verbonden door β(2 → 1) -bindingen, wat betekent dat de fructose-eenheden zijn verbonden aan het tweede en eerste koolstofatoom
- Vertakte fructanen: Sommige fructanen hebben vertakte structuren, waarbij zijketens van fructose zich van de hoofdketen aftakken, genaamd kestose en nistose [3]
In sommige gevallen sluit een glucosemolecuul de keten van fructosemoleculen af, maar in andere gevallen bestaat de keten volledig uit fructose-eenheden. Deze variaties in ketenlengte en structuur beïnvloeden de manier waarop fructanen worden verteerd en gemetaboliseerd, wat ook hun prebiotische eigenschappen kan beïnvloeden en hoe ze de darmgezondheid beïnvloeden.
Wat heeft dit voor effect op een herintroductie van fructanen of een fructanen-intolerantie
Monash University meldt het volgende “Fructanen zijn om een aantal redenen complex. Ten eerste bevatten voedingsmiddelen gewoonlijk een mengsel van fructanen, allemaal opgebouwd uit fructoseketens van verschillende lengtes, inclusief inulines met langere ketens. Het is moeilijk om de exacte mix van elk type fructaan in een voedingsmiddel te meten, dus in plaats daarvan kijken we voornamelijk naar ‘totale fructanen’ wanneer we deze in ons laboratorium kwantificeren tijdens FODMAP-testen [4]”.
Aanvullend hierop komen fructanen voor in veel verschillende voedselgroepen, zoals groente, fruit, tarwe, peulvruchten en zoetmiddelen. Dit is anders dan andere FODMAP-soorten, zoals lactose in alleen zuivel en mannitol, sorbitol en fructose die vooral in fruit en groente voorkomen.
Deze voedselgroepen hebben ook nog eens grote verschillen in de hoeveelheid fructanen die ze bevatten. Zo varieert al enorm met bijvoorbeeld 3 gram verse knoflook vergeleken met 180 gram rode kool. Dit maakt het lastiger om een intolerantie voor fructanen te bepalen als je maar één product test. Ook vindt het testen met natuurlijke producten plaats, die echt kunnen verschillen (rijping, per seizoen of teler) met het niveau van fructanen die het product bevat.
En als laatste zijn er mensen die merken dat ze reageren op een enkel product zoals knoflook, maar niet op andere bronnen van fructanen.
Een goede herintroductie is essentieel voor het identificeren van een FODMaP-intolerantie. Voor de eerste stap voor deze groep geldt dat iemand een intolerantie moet hebben en dus ook de standaard introductie volgt. Als deze is bevestigd ook na fase 3: het toevoegen van producten waar men niet op reageert, kan er worden beoordeel of er een specifieke intolerantie is voor één van de vezels of producten in de groep van fructanen.
Hoe gaan wij hiermee om in de praktijk?
Wij hanteren de richtlijn van de Monash University, die ontwikkelaar van het FODMaP-dieet, en starten altijd met een gemengde introductie van fructanen. Ons advies is dan ook varieer en test zoveel mogelijk soorten voedingsgroepen/producten met fructanen. Bij diagnose van fructanen intolerantie beoordelen wij met een aparte introductie of er meer of minder reactie is op specifiek voedingsgroepen van de fructanen. Op dit moment delen we deze in groepen van: tarweproducten, fruit en groente, ui en knoflook.
Bron: