Verdieping FODMaP – fructanen als enige FODMaP-groep
20 september 2024In het nieuws
Het aantal allergieën en intoleranties neemt de afgelopen decennia flink toe [1]. Zoals eerder besproken in dit artikel [2] biedt bepaalde behandeling mogelijk in de toekomst een oplossing. Maar tot die tijd heeft iemand met klachten behoefte aan een oplossing en dan is behandeling door een allergoloog of gespecialiseerde diëtist nodig om de klachten te beperken of voorkomen. Door meer kennis te hebben over deze aandoeningen kan het je ook helpen om beter te kiezen in de juiste behandeling. Dus wat is nu precies het verschil tussen een allergie en een intolerantie?
Zijn er meer mensen met allergieën en intoleranties dan vroeger?
Het korte antwoord hierop is: ja. Het Wageningen Universiteit doet onderzoek hierna en houdt de gegevens bij en die vermelden dat het aantal allergieën afgelopen 25 jaar verdubbelt is [3]. Zij geven de volgende redenen hiervoor op:
- Kinderen groeien op in een schoner milieu
- Toename in gebruik van antibiotica bij allerlei ziekten
- Meer stuifmeel van bomen in de lucht
- Veranderingen in het voedselpakket
- Meer exotische en gekruide producten
- Stijging van consumptie van allergenen op jonge leeftijd
Wat is een allergie?
Een allergie is een reactie van het immuunsysteem op een stof (allergeen) die voor de meeste mensen doorgaans onschadelijk is. Wanneer iemand met een allergie een allergeen tegenkomt, zoals pollen, huidschilfers van huisdieren, bepaald voedsel of insectensteken, identificeert je immuunsysteem ten onrechte als een bedreiging en maakt het lichaam chemicaliën vrij zoals histamine. Dit kan symptomen veroorzaken die variëren van mild, zoals niezen, jeuk en huiduitslag, tot ernstig, zoals moeite met ademhalen of anafylaxie, wat levensbedreigend is. Allergieën kunnen zich op elke leeftijd ontwikkelen en variëren in ernst.
Hoe wordt een allergie gemeten?
De diagnose van een allergie wordt gemeten doormiddel van een huid, bloed of voedseltest.
- Bij een huidtest worden bepaalde allergenen via druppels met verschillende soorten allergeenextract aan op je onderarm geplaatst.
- Bij een bloedtest wordt er bloed getest met verschillende allergenen die een reactie geven, in het bloed van iemand die allergisch is zitten er antilichamen (Immunoglobulines) die reageren.
- Bij een voedseltest wordt een bepaalde voedingsmiddel met het allergeen geëlimineerd en daarna weer het provoceert. Dit wordt via een strak schema, met bepaalde hoeveelheden, langzaam toegevoegd.
Wat is een intolerantie?
Een intolerantie is een niet-immuunreactie waarbij het lichaam moeite heeft met het verteren of verwerken van bepaalde stoffen, wat leidt tot ongemakkelijke maar doorgaans niet-levensbedreigende symptomen. Veel voorkomende symptomen zijn een opgeblazen gevoel, gasvorming, diarree en buikpijn. In tegenstelling tot allergieën is bij intoleranties het immuunsysteem niet betrokken en zijn de reacties meestal dosisafhankelijk. Voorbeelden zijn onder meer lactose-intolerantie, waarbij het lichaam het enzym mist om lactose te verteren, en glutenintolerantie.
Hoe wordt een intolerantie bepaald?
Een intolerantie wordt in de meeste gevallen via een voedseltest bepaald d.w.z. eliminatie en herintroductie. Er zijn ook andere mogelijkheden zoals een ademtest en bloedtest bij Coeliakie. Coeliakie is een vreemde eend in de bijt omdat er vaak over een glutenallergie wordt gesproken, maar dat is het niet. Het is een auto-immuunziekte die iemand intolerantie maakt voor gluten. Hierbij wordt er een anti-TTG IgA meting gedaan, om te beoordelen of het lichaam antistoffen maakt. Dit is niet waterdicht. Als die negatief is, maar het vermijden van gluten wel klachtenvermindering geeft, dan kan een DNA onderzoek voor HLA-DQ8 en HLA-DQ2 uitsluitsel geven.
Wat is het verschil tussen een IgA, IgE en IgG meting?
Zoals besproken worden allergieën en intoleranties gemeten door bepaalde antilichamen genaamde immunoglobulines. Er zijn 5 soorten immunoglobulines, met nog enkele subklassen. Deze antilichamen beschermen het lichaam tegen virussen, parasieten, enz. De meest gebruikte zijn metingen van IgA, IgE en IgG metingen.
Immunoglobuline A (IgA)
Wordt niet gebruikt voor bepaling van allergieën, maar zijn meer gerelateerd aan auto-immuunziekten zoals coeliakie, Crohn of Reumatoïde artritis. Of een IgA-deficiëntie, dit is een zeer voorkomend defect van het immuunsysteem en gaat vaak genoeg gepaard zonder klachten. Slechts 10% van de personen heeft hier daadwerkelijk last van [4].
Immunoglobuline E (IgE)
Wordt gebruikt voor beoordeling van allergieën, maar is niet betrouwbaar want 50% van de metingen is fout-positief. Dat betekent dat het wel aangeeft antistoffen te geven, maar er geen allergie is [5]. Pas met een voedselprovocatie kan een voedselallergie definitief worden vastgesteld.
IgE en niet IgE gemedieerd: IgE gemedieerde klachten zijn direct zichtbaar, ook op de huid, mond en maag zoals braken. Niet IgE gemedieerde klachten zijn latere, darmklachten zoals buikpijn, diarree, slijm of bloed bij de ontlasting.
Immunoglobuline G (IgG)
Met IgG metingen zijn zeer onbetrouwbaar en geven nog minder zekerheid van een intolerantie of allergie dan een IgE meting. Dit komt omdat deze antilichamen tegen bepaalde stoffen worden aangemaakt en blijven jaren tot heel je leven in het bloedaanwezig, zonder effect [6]. Dat wil zeggen een meting zegt niets over de huidige situatie van het immuunsysteem. Radar van AVRO Tros heeft hier een aflevering over gemaakt [7].
Wat is de juiste keuze in behandeling?
Heb je het verdenken op een intolerantie of allergie? Bespreek dit eerst met je huisarts, als het nodig is stuur de huisarts naar een allergoloog of allergiëdiëtist. Ondanks alle bloedtesten is een voedselprovocatietest de uiteindelijk beoordeling van een allergie.
Bron:
1. Wageningen University & Reseach
2. Nieuws voor Diëtisten
3. Wageningen University & Reseach
4. Erfelijkheid.nl
5. UMC Utrecht
6. AMC
7. Radar AVRO tros